Nou, dat woord verzon de Britse astronoom en wiskundige Sir John Herschel. Hij poneerde dat woord tijdens een lezing voor de Royal Society in Londen in maart 1839. Nou ja, niet precies dát woord, want hij was Brits, maar wel de woorden “photograph” en “photography”. In het Nederlands kan je die woorden dan vertalen naar “foto” en “fotografie”. Herschel bedacht ook de begrippen “negative” en “positive” in fotografie.
Die begrippen zijn sindsdien eigenlijk onveranderd in de woordenschat gebleven. In 1839 moesten ze het nog wel opnemen tegen concurrerende woorden als “heliograph” (een woord dat Niépce gebruikte), “photogene” en “sunprint”. Dat laatste woord vind ik persoonlijk ook wel leuk. “Even een sunprint maken!” Maar het werd foto en fotografie.
Wie was Sir John Herschel?
Herschel was de zoon van Sir William Herschel en Mary Baldwin. Zijn vader was een gerespecteerde wiskundige astronoom en wiskundige, dus ja, die appel viel niet ver van de boom. Zijn tante Caroline Herschel was net als zijn vader astronome, en ontdekte kometen en nevels. Daarnaast was ze zangeres.
Er zaten dus nogal wat hersens in deze Sir John Herschel. Hij studeerde in Cambridge (1809) en Londen (1814), en doceerde in 1815 wiskunde in Cambridge. Vanaf 1816 richtte hij zich echter op astronomie, hij assisteerde ook zijn vader in diens astronomische onderzoek en leerde hoe hij telescopen moest bouwen. In 1820 was hij betrokken bij de oprichting van de Royal Astronomical Society.
Herschel reist in 1832 naar de Britse Kaapkolonie, het huidige Zuid-Afrika om daar de zuidelijke sterrenhemel te bestuderen. Daar verbleef hij vier jaar.
In de jaren ’40 van de 19e eeuw schreef hij boeken over astronomie. Zijn werk Outlines of Astronomy uit 1849 was zo populair dat dat ook een vertaling kreeg in het Arabisch en Mandarijn.
Kortom: veel astronomie bij Herschel. Alleen maar astronomie eigenlijk.
Het woord “fotografie” komt uit het Grieks (φωτὸς, (phootos), van: φῶς (foos): licht, en γράφω (grafoo): schrijven), en betekent ook letterlijk “schrijven met licht”. Je schrijft een verhaal met behulp van licht, en in dat lichtbeeld kan je elementen laten zien die samen een verhaal vertellen. Zoiets als film, maar dan geprakt in een enkel beeld.
Cyanotypie
Maar dat is niet alles. In 1842 vond Herschel de Cyanotypie uit. Een fotografietechniek die na ontwikkeling een cyaanblauwe afdruk geeft. Hij deed er wel verder niets mee, maar de fotografe Anna Atkins dook wel in dat gat en de nieuwe techniek, ging er mee aan de slag en publiceerde in 1843 boeken met cyanotypische varens en andere planten. Mede daardoor wordt zij beschouwd als de eerste vrouwelijke fotografe. Dat moet zeker wel benoemd worden, ook al gaat deze blog over John Herschel.
Cyanotypie maakt gebruik van twee chemicaliën, ammoniumijzercitraat en Kaliumhexacyanoferraat(III), ook wel rood bloedloogzout of kaliumferricyanide genoemd.
Na blootstelling aan licht verandert dat goedje in Pruisisch blauw. Als je dan een tekening maakt op transparant papier en die op een geprepareerde, dus lichtgevoelige ondergrond legt, en dat dan vervolgens belicht, krijg je een contactafdruk die even groot is als de oorspronkelijke tekening. Spoel daarna de chemische restanten met water weg en dan hou je de kenmerkende blauwtint over. Cyanotypie werd al snel een populaire techniek en vooral gebruikt voor bouwtekeningen. Daar komt ook het woord blauwdruk vandaan.
Kaliumhexacyanoferraat(III) is wel een licht giftig goedje. Als je het verwarmt, hete zuren toevoegt of blootstelt aan UV-licht ontleedt het en ontstaat het dodelijke blauwzuurgas. Yup. Toch is cyanotypie ruim een eeuw in gebruik geweest om snel duplicaten te kunnen maken van tekeningen.
Wat deed Herschel nog meer?
Ik vind de cyanotypie de belangrijkste fotografische uitvinding van Herschel. Hij deed er meer. Herschel was bijvoorbeeld al bezig met de ontwikkeling van kleurenfotografie, omdat hij ontdekte dat licht in verschillende delen van het spectrum (kleuren dus) ook andere, gelijkaardige effecten hadden op lichtgevoelig materiaal. Hij ontdekte in eigen experimenten in 1839 dat natriumthiosulfaat een beeld kon fixeren, en dat dit “hyposulphite of soda” (“hypo”) een beeld blijvend kon maken, en stelde pioniers als Talbot en Daguerre daarvan in kennis zodat ze daarin verder konden pionieren. Dus ja, deze John Herschel was wel een actief baasje.
Sir John Herschel overleed op 11 mei 1871 in Collingwood in Kent. Wegens zijn verdiensten voor de Britse wetenschap en maatschappij werd hij begraven in Westminster Abbey. Hij ligt daar trouwens naast Charles Darwin die overleed op 19 april 1882. Darwin komt verder niet in het verhaal voor, behalve dan dat Herschel’s A preliminary discourse on the study of natural philosophy uit 1831 Darwin inspireerde tot zijn werk en ontdekkingen. Darwin was toen een student aan de universiteit van Cambridge. Hij ging daarop met de Beagle op ontdekkingsreis de wereld rond en ontmoette later in Kaapstad ook weer Sir John Herschel.
Ik beschreef de herkomst van het woord “fotografie”, en eindigde met de beschrijving van de nieuwe techniek cyanotypie en meer. Zo dicht liggen de ontwikkelingen bij elkaar.
Wil je meer weten?
Volg dan mijn online cursus basisfotografie. Je leert dan in twee uur om mooiere foto’s te maken, en je verdient de bewondering van jouw vrienden en kennissen. 👀 👍
TIP: download deze PDF in de zijbalk en zoek de kortingscode van 10% voor deze cursus.