Hoe zat het ook alweer met auteurs- en portretrecht? In 2015 schreef ik al een blog daarover, maar ik werd laatst weer eens mijn neus op de feiten gedrukt dat mensen daar weinig van weten en daarom zichzelf maar eigen rechten toekennen over de foto’s van anderen. Dat kan natuurlijk niet.
Deze week had ik een gesprek met een kandidaatmodel voor een nieuw project dat ik bouwrijp aan het maken ben. Het is een project met echte modellen, voor model- en naaktfotografie. Jawel, en mensen die mij kennen denken vast ” Huh? Jan?” Maar ja, je moet je horizon verbreden. En het is niet zomaar een gril. Ik loop al een jaar of zo met deze gedachte.
De eerste verkennende gesprekken ben ik nu aan het doen. Het was een aardige man van ongeveer 67 jaar en terwijl we aan het overleggen zijn, zegt hij pardoes “Ik heb wel eens model gestaan voor fotografen, en die foto’s waren zo slecht vond ik, dat ik ze zelf maar eens extra bewerkte voor mijn websitepagina’s.”
Wablief?
Ik leg hem uit dat dat echt niet kan. Er is namelijk zoiets als auteursrecht, waarvoor je echt helemaal niets hoeft te doen. Heb je iets gemaakt, valt automatisch het auteursrecht aan je toe. Dat betekent dat de maker kan beslissen wat er met zijn werk gebeurt en waar dat wordt geopenbaard. Dat geldt voor alles. Boeken, muziek, beeldhouwwerken, schilderijen, tekeningen, gebouwen, noem maar op, ook foto’s. Als een mens het heeft gemaakt zit er doorgaans auteursrecht op.
Er is verzet. Dat zie je wel vaker binnen dit onderwerp.
“Ja, maar ik sta er toch op?” is het standaard antwoord, Hoor je ook vaker binnen dit onderwerp. Mensen geven niet snel op. Mensen luisteren vooral om te reageren en luisteren niet om na te denken. Ik wil graag dat mijn gesprekspartner luistert en nadenkt.
“Klopt, je staat er op, maar dan verwijs je naar portretrecht en dat is iets anders. Het portretrecht geeft de geportretteerde de mogelijkheid om publicatie van zijn of haar portret tegen te houden.” Ik vertel de regels zoals ik die vermeld in de eerdere genoemde blog (lees die even!), namelijk dat publicatie van een portret niet is toegestaan als het belang van de geportretteerde zich daartegen verzet. Dat is portretrecht.
“Oh, maar dat doe ik wel vaker, en andere fotografen vinden dat niet erg!”, is het argument alsof de mening van andere fotografen leidend is. “Dan zet ik de naam van de fotograaf erbij, met de toevoeging “bewerking door mij”.
“Jaha, dat moeten die fotografen zelf weten. Ik zelf heb daar moeite mee. Het is namelijk zo dat het portretrecht gaat over openbaarmaking en niet over bewerking en aanpassing. Dat recht ligt bij de houder van het auteursrecht.”
Er wordt gesnoefd en gemonkeld aan mijn rechterzijde.
Zelf denk ik inmiddels dat ik niet met deze meneer verder moet gaan, hoe aardig en welwillend hij ook is. Fundamentele verschillen van inzicht als deze leiden onherroepelijk tot gedoe en bekvechten. Ik stel mijn beslissing nog even uit en de vraagstelling -kan ik hiermee leven?- stuitert nog wat rond in mijn hoofd.
Beslissing
Er volgen nog wat kleine discussies, die in een cirkelvorm verzanden. Hij heeft zijn mening, ik de mijne, we komen niet verder tot elkaar, en omdat dit mijn project is waarover ik zeggenschap heb, besluit ik dan maar met “dan denk ik wij maar niet verder moeten gaan.” Hij is het er mee eens. “Dat idee had ik ook al.”
Nu, terwijl ik dit schrijf, ben ik er nog steeds van overtuigd dat ik als maker van foto’s het auteursrecht bezit en dat ik beslis wat er mee gebeurt, en dat ik per se niet wil dat anderen zonder mijn medeweten en instemming met mijn werk gaan zitten klooien.
Als ik bewerking A heb uitgevoerd is dat met een reden, en dan is het niet bedoeling dat een ander, ook de geportretteerde niet, zomaar een bewerking B op mijn werk gaat loslaten. Als ik bijvoorbeeld een boek (óók een geestelijk eigendom) van Giphart ga herschrijven en openbaren, omdat ik mijn bedachte einde mooier vind dan dat van hem, krijg ik ook Giphart en zijn advocaat over mij heen. En terecht. Je blijft met je klauwen van andermans werk af. En in mijn geval: portretrecht geeft niet het recht om te gaan klussen aan andermans geestelijk eigendom.
Rigide vond hij dat. Misschien. Maar zo werkt het wel. En toen scheidden onze wegen. Jammer, maar ik sta achter mijn beslissing.