De stank van sociale media

Het internet is een mooi huis, maar je krijgt er wel de vuilnisbakken bij die je zelf moet buiten zetten.

Dat realiseerde ik mij gisteren toen een aardige zakenrelatie van mij gewag maakte van stalkers op Facebook, die ranzigheid zoals porno op haar bedrijfspagina’s zette. Waarom? Geen idee. Dat heeft ze niet gezegd.  Wel was het mij duidelijk dat die stalkers onbekenden voor haar waren, en dat die stalkers er blijkbaar plezier in hadden die smut bij anderen te plaatsen. En waarom dat leuk is, is mij ook een raadsel. Ik weet wel dat ik die gasten niet in mijn tijdlijn wil hebben.

In 2012 zette ik mijn eerste echte stapjes in de sociale media. Jaha, die waren echt nieuw voor mij. Ik was al sinds 1996 actief op internet. Sitetje hier, accountje daar, elke dag het internet uitlezen, en mailtjes versturen. Aanvankelijk internet 1.0, want het was voornamelijk eenrichtingsverkeer. Toen – en ik weet niet eens wanneer, het zal rond 2006-2008 zijn – kwamen de sociale media opzetten. Internet 2.0, waarbij tweewegverkeer mogelijk werd. Hyves deed ik. Iedereen krabbelde daar, en ik ook. Iedereen reageerde op elkaar, en ik ook.


Jungle

Het was toen al dat ik mij de potentie van sociale media realiseerde. Niet in de goede zin helaas, want ik zag meteen dat krabbelaars met een geheel anoniem account de meest ranzige dingen overal en bij iedereen konden neerplempen. Al eerder had ik dat al waargenomen in het antieke IRC, waar je gewoon in de anonimiteit kon worden bedreigd (en ik heb dat meegemaakt) of in de nieuwsgroepen op Usenet, waar je zelfs door onbekenden van over de wereld kon worden afgezeken en bedreigd (want je raadt het al: anoniem, en ik heb dat meegemaakt). Internet bleek een wetteloze jungle te zijn, waar iedereen kon doen en laten wat ie wilde en een ander had dat maar te accepteren.  Daar kon ik niet mee leven.

Al heel snel ging ik gebruikers dus langs de meetlat leggen, alleen maar om de onderkant van de samenleving weg te filteren. Zo noem ik dat. Ik kan natuurlijk gajes noemen, of gespuis, maar dat staat weer zo flink, dus ik nuanceer dat met de term onderkant van de samenleving. Nu zullen er mensen zijn die dat arrogant noemen. Ach, het internet zoals ik dat beleef moet wel leuk blijven en als ik steeds zulke gasten voorbij zie komen die mij naar doen voelen, terwijl ik onderken dat ik ze kan wegfilteren, maar dat dan niet doe, ja dan kan ik dat alleen mijzelf verwijten. Structureel misdragen? Weg ermee! Toedeledokieee!

Criteria

Ik filter dus op sociale media. Ik laat niet iedereen toe en soms smijt ik er mensen uit, omdat hun uitingen en handelingen structureel niet stroken met die van mij.

Wat zijn dan die criteria?

  1. Geen racisme.
    De wereld is al volledig ontspoord ben ik bang, dus als ik een veilige haven wil hebben op internet, zal ik gebruikers vooraf, en ook blijvend moeten screenen op hun uitingen. Zo heb ik ooit eens iemand uit mijn Facebook tijdlijn eraf gezet, die zat te gniffelen over een grap die iets met Hitler en Joden te maken had. Hij vond het een grap, ik vond het een klotepost.
  2. Geen seksisme
    Niet naar vrouwen en niet naar mannen. Zo zette ik ooit iemand uit mijn Twitter tijdlijn die zat te gallen over mannen en glazen plafonds, maar zelf in haar uitingen hetzelfde voorstond wat ze anderen verweet: oordelen op basis van geslacht. Ze snapte het ook niet toen ik haar die overeenkomst voorlegde. Dat werd zelfs een kleine ruzie. Toen de verwachte ad hominem werd geplaatst (ja, er werd uiteraard op de man gespeeld, komt vaak voor als een discussie niet kan worden gewonnen. Heel tragisch is dat, zo kinderachtig, dat verwacht je op de middelbare school, maar niet van volwassen mensen) zette ik haar er uit. Wat is dat toch, die blinde vlek voor je eigen handelen?
  3. Vreemd gedrag
    Je hebt mensen die in het echt aardig en rustig zijn, maar eenmaal op internet vaak en voortdurend ALLEEN MAAR SCHREEUWEN, SOMS NOG MET BELEDIGINGEN TOE. Nee… dat gaan we niet doen. Die gaan ook weg.
    Eigenlijk al het gedrag dat is gebaseerd op de gedachte “ik ben okee, jij bent een zak”. Dat wil ik niet hebben en gaat dus eruit.
  4. En dan heb ik vanaf nu een extra punt 4.
    Tegenwoordig cirkelen onder studentenverenigingen nogal wat banga- en grietenlijsten rond. Die kwalificeren studentes op uiterlijk en bedprestaties, en degraderen vrouwen naar objecten. Daar is natuurlijk nogal wat ophef over. Ik zal hier niet uitgebreid zeggen wat ik daarvan vind, maar ik vind het wel. Ik heb nu besloten dat vanaf nu enig support en waardering voor zulke kleinzielig en puberaal gedrag op social media een grond van uitsluiting en verwijdering is. Nieuwe connecties worden vooraf getoetst op deze inhoud, en connecties die ik betrap op steun voor dit gedrag worden verwijderd en zijn uitgesloten als klant.
  5. Slecht taalgebruik
    Iedereen maakt wel eens een taal- of spelfout. Ik ook. Maar wat voor beeld heb je van iemand die schrijft alsof een emmer wordt leeg gegooid elk gedachte wordt zonder punt of komma neergezet achter elkaar want ja punten en en kommas zijn toch maar lastig want je snapt toch wat er staat    
    Nee, dat snap ik niet, want een punt of komma teveel of te weinig kan de betekenis van een zin helemaal omgooien. Interpunctie hoort er bij, het is er niet voor niets. Ik heb geen tijd en behoefte om een zin uit te pluizen wat de schrijver misschien zou kunnen bedoelen. Uitzondering is als de schrijver dyslectisch is, of een ander erkend onvermogen heeft goed te schrijven. Dat is een excuus. Maar schrijven op zo’n manier dat uit elke letter luiheid spreekt en een beroep doet op de ontvanger om te decoderen… nee laat maar zitten.  Die persoon is dan ook op weg naar de uitgang.

Vanwege punten 1 tot en met 4 ben ik ook wel een voorstander van regelgeving op internet. Het internet is geen vrijhaven. Het is geen aparte en losstaande maatschappij, naast die maatschappij waarin wij leven. Het is geen plek waar geen regels gelden en waar je zomaar kan doen wat je maar wilt.

Want het internet is een mooi huis, maar je krijgt er wel de vuilnisbakken bij die je zelf moet buiten zetten.
En vanwege punt 4 heb ik deze criteria nu ook van toepassing verklaard op offline contact. Dat is blijkbaar nodig geworden. Gajes op straat wordt voortaan tegengehouden en uitgesloten.